Het voorprogramma wordt verzorgd door de Noord-Ierse singer-songwriter Foy Vance. Met zijn opvallende snor, zeldzaam mooie stem en ijzersterke liedjes bereid hij het publiek voor op de komst van de Messias. Zijn 'can I get an amen!' past perfect bij wat er vanavond nog komen gaat. Maar ondanks een solide performance weet Vance het publiek onvoldoende te boeien. Alleen bij de Hendrix-cover 'Crosstown Traffic' en guilty pleasure 'Locked out of heaven' wordt er voorzichtig meegezongen. Zonde, want deze man verdient zoveel meer dan een half uurtje opwarmdienst voor een ander terwijl iedereen in het publiek zichzelf van bier voorziet en bijkletst met de buurman.
Edward Sharpe is het alter-ego van singer-songwriter Alex Ebert. Als Edward Sharpe is hij een soort Messias-achtig figuur die naar de aarde is gestuurd om de mensheid te redden maar continu wordt afgeleid door de meisjes die hij tegenkomt. Samen met The Magnetic Zeros, een bonte tienkoppige hippiebende, reist hij de wereld rond om door middel van gospelfolk en hippie-chic zijn evangelie te verspreiden. Een evangelie dat vooral lijkt te draaien om lief zijn voor elkaar en vrij zijn in jezelf. En die boodschap komt aan. Vanaf het moment dat Sharpe zijn Haagse preekgestoelte bestijgt bekeert hij het publiek. Met raspende stem wordt 'Man on Fire' ingezet en de zaal is aan.
Het evangelie volgens Edward Sharpe & the Magnetic Zeros
Vermoeide hippiebende neemt het Paard mee terug naar de jaren '70
Zeg je Edward Sharpe dan denk je aan Ikea. Maar Edward Sharpe is meer dan dat. Edward Sharpe & the Magnetic Zeros klinken zoals een festival voelt. Zon op je hoofd, biertje in je hand, gras onder je blote voeten en dansen en zingen tot je niet meer kan. Dat liet Edward Sharp en co. Den Haag afgelopen donderdag ervaren toen hij preekte tot een uitverkochte grote zaal van het Paard van Troje.
Er is geen setlist en de show wordt een aaneenschakeling van verzoeknummers. Hoogtepunten zijn er vanavond veel. Daar waar nummers als 'I don't wanna Pray' op cd misschien mat klinken, krijgen ze vanavond een shot persoonlijkheid mee waardoor niemand stil kan blijven staan. Omstebeurt krijgen bijna alle bandleden de kans om een couplet te doen en zelfs het publiek krijgt de kans om de microfoon te grijpen. Een opzwepende bongo, blazers en het mooie contrast tussen de rauwe vocalen van Sharpe en de jazzy stem van zangeres Jade Castrinos maken het feestje compleet. Elke kans om het publiek bij de show te betrekken wordt aangegrepen. Er staat opvallend veel licht op de zaal en als een waar verlosser schudt Sharpe handjes en zoekt hij zoveel mogelijk de rand van het podium op. Al zijn commando's worden klakkeloos opgevolgd. Moet er gedanst worden? Dan wordt er gedanst! Moet er gegild worden? Geen probleem! Als een stel makke schapen volgt de afgeladen zaal de knetterstoned ogende Sharpe.
Wanneer Castrinos op het podium last krijgt van een knelzittende zenuw is een toevallig in de zaal aanwezige fysiotherapeut niet te beroerd om, terwijl de rest van de band doorspeelt, op het podium even haar nek te masseren. De massage lijkt niet helemaal het gewenste effect te hebben. Met een van pijn vertrokken gezicht maakt de verlegen zangeres de show dapper af en zet zo nog even een hartverscheurende vertolking van 'Fire Water' neer. Castrinos is overigens niet het enige bandlid dat lekker kan zingen. Percussionist Crash krijgt onder andere ook de kans om te shinen. Zijn uitvoering van 'Motion Animal' geeft de avond op de valreep een funky tintje.
Als er en minpuntje genoemd moet worden, dan is het wel dat de band, voor een band die er pas twee concerten van de tour op heeft zitten, af en toe wel heel erg moe en afgemat overkomt. Je zou denken dat deze ultieme festivalact in de loop der jaren wel genoeg kilometers gemaakt heeft om het touren gewend te zijn. Maar kennelijk zijn ze door de Fransen en de Belgen, waar ze de afgelopen week voor hebben gespeeld, zo afgemat dat ze vanavond het gapen af en toe moeilijk kunnen bedwingen.
Met een wat plichtmatige uitvoering van 'Home' (zie dat irritante fluitriedeltje de komende dagen maar uit je hoofd te krijgen) is Sharpe bijna door zijn tijd heen. Op verzoek van het publiek volgt nog een prachtig ingetogen uitvoering van 'Brother waarbij het enige wat nog ontbreekt een kampvuur is. Maar dan is het voor de moeie Messias en zijn hippie-apostelen toch echt tijd om hun hotelbed op te zoeken.